Page images
PDF
EPUB

mel en Aarde, en alles wat 'er in is, te verklaaren; hem te befchryven als Oneindig, Alomtegenwoordig, Algenoegzaam, den Geever van alle goede gaven aan zyne fchepzelen, den Vader en Weldoener van alle Gellachten en Volken, die, door zyne magtige en albestuurende Voorzienigheid, over hun befchikking maakt, en de uitkomften regelt: met oogmerk, dat de Menfchen, door het letten op zyne tusfchenkomfte in hunne handelingen, mogten op

ge

wyd. Hy denkt dat 's Apostels woorden, in den aanvang zyner Redevoeringe, GOD, die de Wereld gemaakt heeft, enz. aanleiding tot dit denkbeeld geeven, als beginnende met een tytel van GOD, door de Athenienfers toegestaan. Doch ze fchynen my toe het tegendeel veeleer te bewyzen: want zy zouden, naa dat hy voluit verklaard hadt, hun een Onbekenden God, dien zy dus lang niet kennende gediend hadden, te ver kondigen, hem ongetwyfeld uitgelachen, en als een ongerymden Beuzelaar verfmaad hebben, indien hy daarop die verklaaring begonnen hadt met hem eene benaaming te geeven, en hoedanigheden toe te fchryven, hun bekend, en onder welke zy de Opperste Godheid des Heeläls eerden.

Desgelyks kan ik niet treeden in zyne gisfing, dat zodanige Altaaren zouden geftigt weezen ter eere van den GOD der Foo. den: want, fchoon de Athenienfers eenige ftukken van der Hebreeuwen Burgerlyke Wet in hun Wetboek overnamen, volgt daar uit in geenen deele, dat zy, in eenig opzigt, hunnen Godsdienst toelieten, welke, indien zy 'er eenige regtmaatige begrippen van vormden, voor elk bleek volftrekt onbestaanbaar te weezen met het ganfche Stelzel hunner Godgeleerdheid en Godsdienstplegtigheden, en dat het ftrydig gehandeld ware met de regelen der Staatkunde het Volk aan te zetten, om onderzoek te doen na dien God en den Godsdienst hem verfchuldigd, door in den Staat, of den naam diens Gons, of eenige Godsdienstplegtigheden, te zyner eere in te voeren.

Wil iemand hier in 't midden brengen, dat eenig verftandig Man of Wysgeer, een Altaar met dit duister Opfchrift, ter eere van den ALLERHOOGSTEN, hebbe opgerigt, laat de zodanigen bedenken, dat de Wetten van Athene aan byzondere Perfoonen geene vryheid vergunden, om Nieuwe Godheden, of Gods. dienstplegtigheden, door den Staat niet goedgekeurd, in te voeren; alsmede dat het een algemeen aangenomen grondregel was onder de Wysgeeren, thans ook van eenigen omhelsd, dat men met de Verftandigen moet denken; maar, in den openbaaren Eerdienst, de Wetten volgen.

geleid worden, tot het zoeken, het ontdekken, en erkennen van den Alomtegenwoordigen GOD, in wien zy leeven, beweegen, en zyn. Baarblyklykheden, die, in de daad, de bedagtzaamften onder hun geleid hadden tot het omhelzen en belyden van zodanige beginzelen, als ten grondflage konden dienen, om edeler en zuiverder begrippen van dat Weezen te vormen, dan zy tot nog omhelsd hadden, en de ongerymdheid te bemerken van de Afgodery die dus lang onder hun zo zeer heerschte.

Doch ik zal my niet verder tot byzonderheden inlaaten. Een aandagtig Leezer, die 's Apostels Redenvoe ring in het bovengemelde licht befchouwt, zal, myns bedunkens, in elk deel van dezelve nieuwe fchoonheid en kragt befpeuren en welk eene fterke overtuiging moest het te wege brengen, in de gemoederen zyner Toehoorderen, dat het groot Weezen, van 't welk dit alles met waarheid mogt gezegd worden, ongetwyfeld, gelyk in alle andere gevallen, ook tusfchen beide gekomen ware, in die gewigtige gebeurtenis, ter gedagtenisfe van welke de Altaaren waren opgerigt.

Ik zal deeze aanmerkingen befluiten met de twee volgende aanwyzingen:

Vooreerst, dat PAULUS, naar ftrikte waarheid gefprooken, den Athenienferen DIEN ONBEKENDEN GOD, welken zy duslang niet kennende gediend hadden predikte: dien God, naamlyk, door wiens voorzienigheid de Pest geweerd was.

[ocr errors]

Ten tweeden. Hebben wy hier een aanmerkelyk voorbeeld van de Albeftuurende Wysheid van hem, die de tyden te vooren befchikt of bepaalt, door zo lang van te vooren befchikking te maaken, tot eene allerheerlykfte verkondiging van de waare Leere, wegens hem en het Euangelic van zynen Zoon, ten gepasten tyde.

[blocks in formation]

PROEVE VAN EENIGE AANMERKINGEN OVER DE VER-
WANTSCHAPS-TAFEL VAN DEN HEER LAVOISIER,
OMTRENT HET ZOGENAAMDE Oxygéné, VOL-

GENS HET UITTREKZEL IN DE ANNALEN VAN

DEN HEER CRELL, DOOR DEN HEER
J. M. SCHILLER.

(Vermischte auffatze Chem.-Pharmac. und Phyfic. Inhalts f. 97.)

[ocr errors]

Ik zie noch geene onzer Vaderlandfche Scheikundigen te voorfchyn komen, ter wederlegging van het Antiphlogistik Syftema van den Heer LAVOISIER. Ik zie ook dat veele aan de identiteit van het Phlogiston twyfelen. — Zommigen zelfs verklaaren openlyk dat men het gemelde Syftema moet aanneemen. Verre vandaar, dat ik my zou vermeeten Regter te willen zyn in dit gefchil, zal ik alleen den Scheikundigen eenige Aanmerkingen voorstellen, of deeze misschien den eenen of den anderen onzer Scheikundigen konden aanfpooren tot een verder onderzoek. Het overige tot een wydloopiger onderzoek spaarende.

1. Zonder de minfte bedenking, erkenne ik de aanweezenheid eener brandbaare Stoffe, of Phlogiston, en houde dit voor een fcheikundig geloofsartikel: echter geloove ik niet met den beroemden STAHL, dat het eene aan HoofdStoffelyke aarde gebonden Vuur zy, noch met KIRWAN, dat het eene ontvlambaare Lucht zy; maar ik befchouwe het als eene vereeniging der twee Elementaire Stoffen, WARMTE naamlyk en LICHtstoffe. Daar nu deeze beide lichaamen, waar uit het Phlogiston beftaat, volstṛekt ligt zyn, is ook het Phlogiston ligt. Lichaamen, daar mede vereenigd, verminderen in gewigt; en omgekeerd. -Door een daar bygebragt Vry Vuur of ontvlambaar Phlogiston, en onder toetreeding der vrye, niet bedorvene, Lucht, wordt het in zyne famen ftellende deelen, in licht en merkbaare warmte, gedecomponeerd. Het is het

verbindmiddel van alle ontvlambaare lichaamen en der Metaalen. - De eerfte worden, dit verbindmiddel weggenomen zynde, voor het grootste gedeelte, vernietigd (zerftürt), en de famenhang der andere wordt weggenomen, of zy worden verkalkt. De menging der famenftellende deelen van het Phlogiston fchynt niet altoos in

een

een zelfde evenredigheid te ftaan, offchoon ook Phlogiston altoos Phlogiston blyft (*).

2. Ik houde de Dephlogistike Lucht voor de ftoffe der vogtigheid, uitgezet door de. ftoffe der warmte. Do wyze, op welke men deeze Lucht verkrygt, versterkt my in dit gevoelen.

3. Wanneer men deeze Lucht met ontvlambaare, Zuurvrye, Lucht verbrant, dan vereenigt zich een gedeelte van het Phlogiston deezer Lucht met de stoffe der vogtigheid van de andere, en maakt, met de terug houding der benodigde hoeveelheid warmteftoffe, water.

4. Ontvlambaare Lucht ontstaat, als het Phlogiston, met een zeker aandeel water, (waaruit deszelfs gewigt ontftaat) door warmteftoffe wordt verdund (Rarefazirt).

5. Phlogistike Lucht ontstaat, wanneer Leevenslucht met vry Phlogiston in aanraaking komt, en zich daar mede verzadigt.

6. Luchtzuur heeft zyne eigendommelyke basis; -Vry Vuur of Zuuren, welke haar uitdryven en hunne warmteftoffe daar aan overgeeven, zetten haar in ftaat van Lucht.

7. De grondstoffen (bafes) der Zuuren zyn nog niet ontdekt de Zuure ftoffe is, naar myn gevoelen, een Weezen der inbeelding. Elk Zuur is dat wat zyne benaaming betekent, naamlyk Zuur, onder alle gedaanten, alleen door dit of geene lighaam omwonden, verftompt, of middelzoutaartig gemaakt; byaldien men het verbindmiddel daarvan affcheidt, dan toonen zy hunne eigenschap.

8. Metaal-kalken ontstaan, wanneer men de Metaalen berooft van Phlogiston. Alle verfchynzelen pleiten voor deeze ftelling; want de Lucht en de Zuuren worden daar door gephlogistifeerd. Zy neemen in gewigt toe, naar maate zy hun Phlogiston verliezen.

9. Alle Metaal-kalken, welke Leevenslucht geeven, hebben water in zich, of ten minsten deszelfs grondstoffen. Zy waren of niet genoeg gedroogd, of zy trokken het vogt tot zich, hier door wierden zy ook zwaarder. Misschien zyn de Metaal-kalken ook in ftaat, om de Phlo

(*) Men vindt eene leezenswaardige Verhandeling over het Hoofdftoffelyk Vuur-beginzel, en deszelfs Modification, in het Alg. Magaz. van Weet. Konst en Smaak, 4 Deel, N. 6. Vert.

Phlogistike Lucht te decomponeeren, het Phlogiston aan te trekken, en de Leevenslucht te ontbinden.

Nu zal ik de Affiniteit's of Verwantschaps-tafel van den Heer LAVOISIER eens nagaan.

De verst afgelegene, tot het zogenaamd Oxygéné, opgegeevene zal zyn de onbekende grondstoffe van het Zeezoutdan de Koolftoffe (Carbone) Zink

zuur,

[ocr errors]

-.

-

Yzer de brandbaare Grondstof des waters Bruinfteen-Koning Kobalt-Koning Nickel-Koning -Lood Lood Tin - PisKoper Wismut Arfenik-Koning Warmteftoffe

[ocr errors]

Phosphorus
Kwik - Zilver
-Salpeter lucht

Spiesglas-Koning
Zuiker Zwavel

Goud

Zeezout-zuur Salpeter-zuur -Bruinfteen-Kalk.

rookend

De Heer LAVOISIER laat zich omtrent de aantrekkingskragt der Bruinfteen - kalk, tot het Oxygéné (Saure ftoffe) niet verder uit, dan dat hy haar plaatst als het de daar mede naast aanverwantte lighaam, en zegt daarop van het Salpeterzuur: Het konde eene noch overwigtige ,, hoeveelheid van Zuurstoffe tot zich neemen

39

39

[ocr errors]
[ocr errors]

wanneer

men het over Bruinfteen overhaalde; alsdan lost het een klein deel Gouds op. Deeze overmaat van Zuurftoffe hangt 'er echter zo los aan, dat zy 'er, door de bloote warmte, kan worden afgefcheiden."

Aanm. Het gewoon koopbaar, en het rookend Salpeteris altoos met een merkelyke hoeveelheid Phlogiston, en de Bruinfteen met veel Leevenslucht, voorzien. Zo ras men nu de beide lighaamen byeen brengt, dan wordt de bafis der Leevenslucht door het zuur los, en door de warmte veerkragtig gemaakt; intusfchen dat dit echter gefchiedt, ontstaat er tusfchen het Phlogiston van het Salpeterzuur, en de Leevenslucht, eene nieuwe vereeniging, naamlyk Phlogistike Lucht, en welke door de Bruinfteenkalk wederom ten deele wordt gedecomponeerd, en dus wordt het Salpeterzuur gedephlogistifeerd (Brenstoffleer). Daar echter, naar maate van de veelheid der Bruinfteen of deszelfs hoedanigheid, meer Leevenslucht kan ontbonden worden, dan tot opflorping van het Phlogiston van 't Salpeterzuur noodig is, is het ook mogelyk, dat 'er zich ook eenige vrye Leevenslucht met het zuur vereenigt, (want het is beweezen, dat zy zich ook met water. kan vereenigen,) welke echter zo los daar mede vermengd is, dat een zagte warmte haar daar van weder affcheiden kan. Veele proefneemingen hebben my dit geleerd.

Dat

« PreviousContinue »