Page images
PDF
EPUB

Herbergen en Kroegen te loopen, en van zodanige Uitfpanningen, als hy fchadelyk oordeelde; en hy verzekerde zich van hunne onderwerping aan zyne Regelen door

hun tot Landhoevenaars zo lang het hem behaagde aan

te neemen.

Ik zal hier vryheid verzoeken voor een uitftap, tot het maaken van eenige algemeene aanmerkingen over de verschillende wyzen, die men kan voorstellen tot verbetering van den toeftand der laagfte en talrykfte rangen van Menfchen onder ons. In den staat, waarin zy zich maar al te dikwyls voordoen, vernederd tot den laagften trap van behoefte, door het aanwenden van hunne ingefpannend fte poogingen naauwlyks bekwaam om iets meer te winnen dan de enkele Leevensnoodwendigheden; verlaagd door volflaagen gebrek aan onderwys, en niets bezittende 't geen waardigheid aan het menschlyk Character by zet, is het niet te bevreemden, dat een weldaadig Man, in den hoogeren kring der zamenleevinge, hun eenigzins aanmerkt als Schepzels van eene laagere foort, die alleen beweldaadigd kunnen worden door het geftaadig aanwenden van zyn gezag en toevoorzigt. En ik geloof met de daad, dat, uit hoofde van de werking der Wetten, ten opzigte van de Armen gemaakt, en andere omftandigheden de Armen in Engeland bedagtloozer, verwaarloozender en hulploozer, zyn dan bykans in alle andere Landen. Menschliefde zal, derhalven, in zulk een ftaat der dingen het noodig agten, het geheele beftuur op zich te neemen van de zodanigen, die ten hunnen eigen beste noch denken noch werken kunnen; zy zal het beheer van alle hunne belangen op zich neemen, juist als men doet van Kinderen en Onbekwaamen. Met één woord, zy zal staan na zulk eene foort van invloed als de fe fuiten van Paraguay vastitelden, (misfchien met 't zelfde weldaadige inzigt,) over de eenvoudige Inboorelingen.

Maar moet die ftaat van kindfche afhanglykheid altoos duuren? Moet, in een Land van vryheid, en waar billyke Wetten plaats vinden, het groote lichaam des Volks altoos leeven in een ftaat van daadlyke Onderwerping aan en afhanglykheid van eenige weinigen? Moeten zy nimmer onderweezen worden in 't geen tot hun eigen geluk ftrekt; moeten zy altoos om onderftand en bestuur het oog opheffen tot de zodanigen, die, met de daad, min onafhanglyk zyn dan zy zelve ? Dit is een denkbeeld, 't geen eene vrye ziel niet gaarne zal toestaan;

[ocr errors]

dee

deeze ziet met zorgvuldigheid voorwaards op een tydperk, waarin laagheid van ftaat niet noodwendig verlaaging van natuur zal influiten; doch waarin elke Rang in de Maatfchappy, kragten in zichzelven voelende om zich wee. zenlyke genietingen des leevens te bezorgen, op zyn eigen poogingen zal vertrouwen, en bestuurd worden naar de voorfchritten van hun eigen redelyk vermogen.

Dat dit geene ingebeelde ftaat der dingen is, wyst de algemeene toestand van de laagfte Rangen, in eenige Landen, en zelfs in zommige ftreeken van Engeland, uit; waar de arbeidende Armen, ten zelfden tyde dat hunne winften hun in ftaat ftellen om de aangenaamheden des leevens te genieten, gewend zyn aan een maatig en te raade houdend leeven.

Weinige Landfchappen zyn 'er in Engeland, die minder bezigheid verschaffen aan de veelvuldige Armen, dan dat van Bedford; ingevolge hiervan zyn de arbeidsloonen gering, en groot gebrek zou 'er heerfchen, zo niet de Menschlievenheid der Heeren, die op hunne Landgoederen woonen, tusfchen beide kwam. Onder deezen onderfcheidde zich de Heer HOWARD, door zyne aandagt byzonder te vestigen op de verbetering en vertroosting der geenen, die van hem afhingen, en werd hy, uit dien hoofde by hun hoogst geagt en geëerbiedigd. Ik mag 'er by voegen, hy bezat hunne Liefde; 't welk by lange naa altoos het geval niet is der zodanigen, die weezenlyke diensten doen aan lieden van dien ftaat. Maar hy bejegende hun met zagtmoedigheid, zo wel als hy hun beweldaadigde; hy vermydde zorgvuldig alles wat naar ftugheid of overheerfching fmaakte in zyn gedrag, ten hunnen opzigte. Wat 'er zich ftrengs mogt voordoen in de Regelen, die hy wilde gevolgd hebben, daarin bedoelde hy alleen hunne waare belangen, en, indien zy onder zyne bescherming een gerusten ouden dag konden flyten in hunne eigene gemaklyke Wooningen, in ftede van hun leeven te eindigen in Werkhuizen, vonden zy de ondergeschiktheid, waarin zy hunne voorige dagen hadden doorgebragt, ruim en ryklyk vergoed. Het is zeker, dat de verbetering van hunne Zeden en Beginzels, welke hy bevorderde, tot een allerkragtdaadigst middel ftrekte om hun meer en meer onafhanglyk te doen worden. En ik heb reden om vast te ftellen, dat de Heer HOWARD, ten minsten in 't einde, zo zeer de Regten der Armen behartigde als hy

be

bezorgd was om hunne Aangenaamheden des leevens te vermeerderen.

De Liefddaadigheden van den Heer HOWARD bepaalden zich niet tot de zodanigen, die meer onmiddelyk tot zyn Landgoed behoorden; zy ftrekten zich uit tot den geheelen kring der Nabuurfchappe. Zyne goeddaadigheid werkte voornaamlyk op het grondbeginzel, om den toeftand der Armen te verbeteren, door aan hun eene geregelde en nutte Opvoeding te fchenken. Van zyne vroege jeugd hadt hy dit op 't oog, en hy ftelde Schoolen aan voor Jongens en Meisjes, naar een welberedeneerd plan ingerigt. De Meisjes leerden leezen, en eenvoudig werk met de naald; de Jongens leezen, eenigen fchryven, en de beginzels van het rekenen. Zy moesten geregeld de Godsdienstoefeningen bywoonen, volgens die leiding, welke hunne Ouders de beste keurden. Het getal der geenen, die in deeze Schoolen werden opgebragt, was nu eens meer dan min; doch de Schoolen bleeven aan den gang.

Hy

Op alle andere wyze, waar op een Mensch, die geheel genegen is om goed te doen met de Middelen, hem door de Voorzienigheid gefchonken, zyne weldaadigheid kan uitoefenen, tradt de Heer HOWARD Vooruit. fchreef niet alleen in, als 'er openbaar eenig liefdewerk te verrigten ftondt; maar zyne byzondere Liefddaadigheden breidden zich wyd uit, en werden by uitstek wel bestuurd. 't Was, 't is waar, aan zyne Vertrouwden en Medehelpers alleen, dat veele deezer bekend waren; doch zy geeven hem, ten deezen opzigte, het volledigst getuigenis. Zyn zeer gemeenzaame en vertrouwde Vriend de Eerw. Mr. THOMAS SMITH, van Bedford, gaf my het volgend berigt van dit gedeelte zyns gedrags, op een tyd, dat deeze Menfchenvriend druk bezig was in de meer openlyke betooningen deezer zielsgefteltenisfe, die men veeltyds zou veronderftellen, dat aanliepen tegen zyne byzonderder en plaatslyker weldaadigheden:,, Hy volhard. ,, de fteeds om liefddaadige fchikkingen te beraamen voor ,, zyne arme Nabuuren en Landhoevenaaren; en als men in aanmerking neemt hoe zeer zyn hart bezig was met, ,, en hy zynen tyd besteedde in, de volvoering zyner wydftrekkende Plans, was het verbaazend, met welk eene, tot kleinigheden afdaalende, naauwkeurigheid hy zyne ,, bevelen herwaards zondt, omtrent de' giften, welke hy in 't byzonder uitreikte. Zyne Schoolen bleeven tot het einde toe in ftand." Het is onmogelyk dat 'er een

[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]

fter

fterker proeve kan gegeeven worden, dat de hebbelykheid om goed te doen, hem volftrekt eigen geworden was, dan dat hy, terwyl zyne openbaare verrigtingen hem boven alle Mededingers ftelden in daaden van Menschlievenheid, nog zyne begeerte tot weldaadigheid niet kon voldoen, zonder de gewoone Gunstbewyzen' aan zyne Nabuuren en Landhoevenaaren uit te reiken.

Eene andere vroegtydig zigtbaare trek van dat Character, 't welk de Heer HOWARD vervolgens zo zigtbaar ten toon fpreidde, beftondt in een' vastbeflooten Wederftandbieding aan Ouregt en Geweld. Op niemand kon men vaster betrouwen als een Befchermer van Regt en Onfchuld tegen medoogenlooze, en alle beginzelen met voeten trappende, Magt. Zyne verontwaardiging werd gaande by alle poogingen om indragt te maaken of te overheerfchen; en zyne geaartheid dreef hem, om, zonder marren, met woorden en daaden zyn rechtmaatig gevoel over zulk een gedrag uit te drukken. Vermits niemand volkomener onafhanglyk kon weezen, zo in begrippen als in omftandigheden, dan hy, maakte hy dat gebruik van dit voorregt, 't welk ieder onafhanglyk Mensch behoorde te doen.

Hy handelde gelyk Beginzel hem voorfchreef, zonder agt te flaan wien hy daardoor ook zou mogen mishaagen; hy gaf zyn verfchillende meening, aan lieden van tegenovergeftelde Characters op het fterkste te kennen; en betoonde zich geen min moedig tegenstander van schadelyke ontwerpen, dan een bevorderaar van goede.

[ocr errors]

De zugt tot Orde en Geregeldheid was in zynen vroegen leeftyd, zo wel als in de laatere, zigtbaar; door deeze bepaalde hy zyne eigene Huislyke belangen zo wel als de plans tot welweezen van anderen. De befchikking, welke hy op zyn tyd maakte, was naauwkeurig en naar een juist beftek ingerigt. Hy kende zeer net den ftaat van alle zyne zaaken, en de hand der te raade houding regelde, wat het edelmoedig hart befloot te befteeden. Zyn fmaak in Kleeding, Huishouding, en alles wat het uitwendig vertoon betrof, helde over tot het eenvoudige en het nette: deeze gelykheid van aart maakte hem een bewonderaar van den Aanhang der Quakers, en met veelen van die Gezindheid hadt hy eene naauwe verbintenis. De Heer HOWARD hadt het gemeen met andere Mannen van een deugdzaam en weldaadig Character, dat hy zeer gefteld was op het aankweeken van Planten, die nuttig waren en tot fieraad dienden. En daar zyn eigen voed

zel

zel meest uit het groeiend ryk beftondt, werd hy eigen aartig opgewekt om zich met de aangenaame bezigheid, de voortteeling van Veld- en Tuinvrugten, onledig te houden. Het hoogst nutte Aard gewas, de Aardappel, hieldt hy veel van, en eene zeer veel opbrengende foort van dezelve, welke hy algemeen bekend maakte, kreeg naar hem een bynaam. Zyn Tuin was een voorwerp, waar de nieuwsgierigheid zich kon verzadigen; zo ten aanziene van de wyze op welke dezelve was aangelegd, als ten opzigte van de uitsteekenheid der Gewasfen; op zyne veel vuldige Reizen bragt hy de zaaden van keurige foorten van Moeskruiden mede, en deelde ze onder zyne Vrienden uit.

Op deeze wyze bragt de Heer HOWARD de geruste jaaren door van zyn vast verblyf te Cardington, gelukkig voor zichzelven, en een werktuig van goeddaadigheid en gunstbetoon voor allen die hem omringden. Maar die taat duurde niet lang. Zyn Huislyk Geluk kreeg een deerlyken flag, door den dood zyner teerbeminde Echtgenoote, in den Jaare MDCCLXV, kort naa de verlos fing van haar éénig Kind.

LEEVENSBERIGTEN VAN DEN HOOGLEERAAR JOHANNES BERNHARD BASEDOW.

(Ontleend uit de Beytrage zur Lebensgefchichte von
J. B. BASEDOW.)

Wan

anneer eenig Perfoon zich onderfcheiden heeft door het ten toon fpreiden van groote Begaafdheden, of door zynen brandenden Yver tot het bevorderen van het algemeene Welweezen, ontstaat 'er in ons natuurlyk eene begeerte om te leeren kennen eenige hoofdbyzonderheden van zyn Leeven; de hoedanigheden, welke hy van de natuur ontvangen heeft; de Opvoeding die hem ten deele viel, gefchikt om dezelve te doen rypen, of de vroege uitbotting te vertraagen; als mede zodanige bykomende omftandigheden die derzelver werking in eenig byzonder kanaal deeden vloeijen.

JOHANNES BERNHARD BASEDOW wordt, met het hoogfte regt, onder deeze agtenswaardige Characters geplaatst. Aan zyne onvoldaanheid over de algemeene wyze, op

wel.

« PreviousContinue »