Page images
PDF
EPUB

gemelde toevallen volkomen verlost zag, egter by uitstek afgemat; eene geruste flaap, welke fpoedig daarop volgde, verkwikte hun dermaate, dat zy, des anderen daags, haare bezigheden weder konden verrigten; uitgezonderd, een Jongetje van 11 jaaren, welk (niettegenstaande het Geneesmiddel by hem, even als by de anderen, als een braak- en buikzuiverend middel, genoegzaam gewerkt had, en de Conatus vomendi bedaard waren) benaauwdheid en pyn, in den bovenbuik, bleef behouden, waar by zig aanmerkelyke Spasmi van het geheele ligchaam voegden. Aan deezen gaf ik het Laud. Opiat., cum ol. Amygd. dulc., waarna de toevallen bedaarden, en eene geruste flaap volgde. Deeze Jonge heeft egter nog eenige da gen aan verlooren eetlust, met maagpyn, inzonderheid ten tyde der fpysverteering, gelaboreerd; welke ook, eindelyk, door het gebruik van maagversterkende, en omwindende, middelen, volkomen cesfeerde.

Het was my, in het eerfte voorkomen, niet mooglyk, de waare oorzaak van dit geval te kunnen ontdekken; maar, na dat ik, des anderen daags, de zaak naauwkeu riger onderzogt, bevond ik, dat de Baars de eenigste oorzaak daarvan was, en dat wel om de volgende reden.

De Man met zyne vyf Kinderen, welke zo deerlyk on⚫ gefteld waren geweest, hadden niet dan Baars gegeeten ; welke, zonder ontdoening der Ingewanden, gekookt waren. Onder het eeten, hadden zy, zeer greetig, het vet van de darmen afgezogen, en men verhaalde my nu, dat zy allen, kort na het eeten, reeds pyn in hunne maag, en duizelingen, gewaar wierden.

De Vrouw, en het andere Kind, (geen Liefhebsters van Baars zynde) hadden niet dan Snoek gegeeten, welke, te gelyk met de Baars, in denzelfden Ketel, gekookt waren, egter met ontdoening van derzelver ingewanden; deeze twee laatften hebben daarvan geen het minfte hinder gevoeld.

[ocr errors]

Waaruit dan zo ik meene, te regt moet beslooten worden, dat deeze Baars op vergiftige Infecten heeft geäast.

Mooglyk is dit vergift, aan het vet der Ingewanden medegedeeld, misfchien onder het afzuigen de tedere darmen doorgezogen zynde, aldus in de ligchaamen der Lyders geraakt.

Ik zal myn oogmerk bereikt hebben, indien ik, hierdoor,

het

het algemeen van een fchadelyke Gewoonte afbrenge, op dat deeze, anderzins zo nuttige, Visch niet tot een gevaarlyk voedzel bereid worde.

Ik heb de eer, met alle achting, te zyn,

Wel Edele zeer Geleerde Heeren!

Medemblik,

27 Augustus, 1792.

U Wel Edele D. W. Dienaar

D. E. KNAVEN.

MERKWAARDIG BERIGT VAN DEN ZEILSTEEN-BERG OP HET EILAND CANNAY. Door GEORGE dempSTER, van Dunnichen, Esq.

(Uit de Transactions of Antiquariens of Scotland.)

'Zalz

al u niet verveelen een Berigt te ontvangen van den Zeilfteen-berg van Cannay: maar misfchien is dee ze byzonderheid u reeds van elders bekend, of gy zult ten minften van dergelyke Bergen, op andere Plaatzen, gehoord hebben. Hoe 't zy, ik bied ze u aan.

Cannay is een Eiland, 't welk tien of twaalf Mylen in den omtrek haalt, met een uitsteekende Haven. Naby deeze Haven, op een berg, van eene aanmerkelyke hoogte, Compass-hill geheeten, is een klein gat gegraaven, ter diepte van omtrent twee voeten. Een Kompas, geplaatst in dit gat, geraakt terstond van ftreek, en wyst binnen kort op 't Oosten, tot het Noorden in 't Zuiden komt, en daar ftaan blyft. Op een kleinen afftand van dit gat, misschien zelfs op den rand, herkrygt de Kompasnaald de gewoone richting.

Deeze zonderlinge omstandigheid was bekend, toen MARTIN zyn berigt van deeze Schotfche Eilanden uitgaf, en hy geeft 'er kennis van: fchoon, volgens zyn verflag, het Kompas recht Oost wees. 't Geen de zonderlingheid deezer verandering in de Kompasnaald vermeerdert, is eene ontdekking onlangs gedaan 'door HECTOR M'NEIL, Esq., een Amptenaar op Cannay. Hy sprak 'er ons van, en Lord BREDALBANE, Sir ADAM FERGUSSON Mr. ISAAK HAWKINS BROWN, gingen, met eenig verder gezelfchap, het stuk onderzoeken.

De

De Haven wordt, aan de Noordzyde, gevormd door een kloeke Rots van Bafalt; deeze ligt omtrent eene halve myl beneden en Zuidwaards van Compass-hill, van welke die Rots een verlenging is. Wy roeiden by deeze Rots heen, en wanneer de Boot by het middelste gedeelte kwam, digt onder de Rots, en dezelve bykans raakende, draaide het Noorden van ons Kompas om, en wees het Zuiden aan; dus ftaan blyvende. Wy herhaalden deeze proeve verscheide keeren met denzelfden uitflag: dan die werking was bepaald tot een zeer klein gedeelte van de Rots, welke ons toefcheen recht Zuidwaards te leggen van het gemelde gat op Compass - hill. Op een geringen afitand aan wederzyden, herkreeg het Kompas de gewoone richting. Zyn Lordfchap beval daar op, dat men met groote fnelheid de Rots voorby zou roeijen; als wy ter plaatze kwamen, waar wy de Verandering der Kompasnaalde te vooren waargenomen hadden, werd dezelve weder aangedaan, fchoon zeer fnel, en herftelde zich weder als wy die plaats voorby waren.

Van deeze verfchynzelen konden wy bezwaarlyk eenige reden geeven; dan door iets Zeilfteenigs in deeze Rots te veronderstellen; zich uitftrekkende van Compas-hill, tot het hooge Land, aan den mond der Haven. En, indien dit het geval is, dan fchroomen wy niet te verze keren, dat dit de grootste Zeilfteen is, tot nog in de Wereld ontdekt.

Wy braken een ftuk van de Rots af, ter plaatze, waar wy de Verandering der Kompasnaalde waargenomen hadden, en bragten het by het Kompas, toen wy ons van de Rots verwyderden; doch het fcheen geene uitwerking in 't allerminfte te baaren. Wy bragten ook het Kompas omtrent de lengte van de Boot van de Rots af, doch in eene richting met Compass-hill; wy plaatften het in dezelfde lyn, aan den overkant der Haven, op omtrent een vierde gedeelte myls afftand; dan, in geen deezer Proeven, werd de Kompasnaald aangedaan.

BRIEF, OVER DEN STAAT DER NATUURkundige weE-
TENSCHAPPEN TE ROME, ZINTS TWEE EEUWEN;

EN BYZONDekheden, OVER DE VEROORDEE

v. G

LING VAN

GALILEO.

Door den Abbé

TESTA aan den Heer DE la lande.

20 April 1790.

Journal des Savans.

[ocr errors]

(Vervolg en Slot van bl. 516.)

eleerden van den eerften rang onderweezen te Rome,

[ocr errors]

I terwyl men 'er de Natuurkunde en de Natuurlyke Historie met zo veel vlyts beoefende, in de Wis- en Starrekunde. LUCAS VALEZIUS, Hoogleeraar in het Collegie de la Sapience, en Lid van de Academie der Lincei, ontving, van GALILEO, den tytel van Uitmuntenden WiskunJtenaar, en diens Werken over het Middelpunt der Zwaarte, en de Quadratuur van de Parabole, toonen dat hy denzelven niet onwaardig was. De Leer van het Middelpunt der Zwaarte werd ten hoogften toppunt van volmaaktheid opgevoerd door den beroemden GULDINI, Hoogleeraar in de Wiskunde in het Romeinsch Collegie. CASTELLI, de groote Vriend van GALILEO, en die verdient aangezien te worden als den Vader der Hydraulica, onderwees in de Wiskunde in het Collegie de la Sapience. TORICELLI, BORELLI en RICCI, waren 'er zyne Leerlingen. De eerstgemelde, gebooren te Fuenza, in den Kerklyken Staat, kwam, in zyne vroegste jeugd, te Rome, en volgde zyn Meester op in de Wiskunde te onderwyzen. Vader NICERON, die zich toen ten tyde te Rome onthieldt, werd zyn Vriend, en wikkelde hem in tot Briefwisseling met FERMAT, ROBBERVAL en MER SENNE, waarover TƏRICELLI vervolgens zich met zo veel reden beklaagde. Hy verliet Rome niet dan om by GALILEO te leeven; naa diens overlyden, wilde hy na Rome wederkeeren, maar de gunstbetooningen van FERDINAND DEN II, Groothertog van Toscaane, deeden hem zyn verblyf te Florence houden. BORELLI, gelyk ik reeds aan merkte, leerde te Rome de Wiskunde onder BENOÎT CASTELLI, uit Mesfina gebannen, dewyl hy deel genomen genomen hadt in een opftand tegen Spanje; hy vondt een schuilplaats in deeze Hoofd

[ocr errors]

Hoofdstad, waar hy, in den Jaare MDCLXXX, ftierf. Zyn onfterflyk Werk, de Motu Animalium, liet hy in gefchrift naa; doch 't werd dat zelfde jaar te Rome gedrukt, onder 't opzigt van een Geestlyken, wien BORELLI 't zelve hadt aanbevolen.

Zints de verbetering van den Almanach, die den naam van Paus GREGORIUS DEN XIII voor altoos der fterflyk. heid zal onttrekken, heeft Rome fteeds groote Starrekundigen gehad. Vandaar hebt gy den grooten CASSINI, den Vader der Starrekunde, in Frankryk gekregen; 't is CAMPANI een Romeinsch Kunstenaar die de eerfte en grootste Voorwerpglazen voor het Obfervatorie te Parys vervaardigde; 't is te Rome, waar men de fchoonfte Meridiaan der Wereld ziet getrokken door BIANCHINI, en beroemd geworden door diens Waarneemingen. Daar heeft men de eerfte Verklaaring opgefteld, die uitgegeeven is over de Beginzelen van NEWTON, wiens Leer over het Hemelftelzel daar zo heftig betwist werd door de vuurige Verdedigeren der Draaikringen van DESCARTES. Naa de bekende Reis der Academisten van Parys na de Pool en den Equator, is de Pauslyke Staat de eerfte in Europa, waar den graad der Middaglyn gemeeten werd. Terwyl de Vaders BOSCOVICH en MAIRE aan die meeting arbeidden, bepaalden de Uitleggers van NEWTON's Werken, te Rome, de Lengte des Slingers. Vader BECCARIA, die vervolgens een graad te Piemont mat, verklaarde, in die zelfde Stad, de Theorie der Electriciteit, en volmaakte dezelve; en DONATI, aan wien wy de fchoone befchryving van de Adriatische Zee verfchuldigd zyn, reisde, op last van den Paus, om in Napels en Sicilie Waarneemingen te doen, de Natuurlyke Historie betreffende. BENOIT STAY, een waardig Vriend van alle deeze Geleerden, leeft nog, en geniet de eere, verworven door een Dichtftuk, 't welk hem met regt den naam gegeeven heeft van den LUERETIUS der Newtoniaansche Wysbegeerte. Eindelyk, om tot GALILEO weder te keeren, de waare Theorie der Comeeten was te Rome zelfs in zynen tyd bekend; zyne gefchillen gevoerd over de natuur en oorfprong dier Starren, bewyzen zulks genoeg. Hy hadt het mis; maar door de verhevenheid van zyn vernuft vernederde hy zyne tegenstanders, en ftelde hum ten doel der fpotterwaarom zy zyne veroordeeling en zyn verderf

nye,

zwoeren.

VI. Vóór dat ik u toone, welk eene vergrooting 'er plaats

« PreviousContinue »