Page images
PDF
EPUB

en Oudheidkundigen zoodanig geijkt, dat de naam van den Predikant SCHOTEL de beste aanbeveling is die men geven kan.

Over Straffen en Strafgestichten. Vertaald door Mr. s. p. LIPMAN, Advokaat te Amsterdam. Te Amsterdam, bij P. Meijer Warnars. 1842. In gr. 8vo. VIII en 158 bl. ƒ 2-: Van dit belangrijk geschrift, hetwelk door Prins OSCAR

van Zweden in de Zweedsche taal, is uitgegeven, waren bereids drie vertalingen, als twee, in het Hoogduitsch, van de Heeren Dr. JULIUS en U. W. DIETERICH, en eene in het Fransch, van den Heer A. PICOT, te onzer kennis gekomen, en thans heeft de Heer Mr. s. P. LIPMAN, als Regtsgeleerde en Schrijver evenzeer met eere bekend, hetzelve uit de oorspronkelijke taal overgebragt, en daarmede aan zijne Landgenooten eene gewigtige dienst bewezen.

Nu ongeveer het vierde gedeelte eener eeuw geleden begon de allengskens toenemende bevolking der gevangenissen de aandacht der Wetgevende en Regterlijke magten en de belangstelling van philantropen, zoowel in als buiten Europa, tot zich te trekken, en bij het onderzoek naar de vermoedelijke oorzaken van een zoo onrustbarend verschijnsel, vermeende men, in eene minder doeltreffende toepassing der gevangenisstraffen, als ook in de ongeschiktheid der Strafgestichten zelve twee voorname oorzaken te kunnen aanwijzen, die tot deze ongunstige uitkomst het hare hadden toegebragt.

[ocr errors]

Ons bestek gedoogt niet, in eene breedvoerige ontwikkeling van de treurige gesteldheid der toenmalige gevangenissen te treden; dan wij kunnen ons niet onthouden, om daarvan toch iets te zeggen, en wel met de woorden van den vermaarden BENTHAM, op bl. 79 van het voor ons liggend geschrift aangehaald: Zulk eene gevangenis," zegt hij, is eene school, waar de ondeugd door veel krachtigere mid› delen geleerd wordt, dan ooit gebezigd kunnen worden, om deugd en goede voornemens voort te planten. Verveling en wraak bevorderen deze verderfelijke opvoeding, en de wedijver heeft slechts één doel, de ontwikkeling der ondeugd. De minder verharde beijvert zich om den groot>sten misdadiger te evenaren, de meest woeste deelt aan de

[ocr errors]

D

anderen zijne woestheid, de meest valsche zijne sluwheid, » de onzedelijkste zijne liederlijkheid mede. Hetgeen de har»ten en gevoelens meest besmet, wordt aangezien als de » eenige troost der vertwijfeling. Door gemeenschappelijk belang vereenigd, staan de gevangenen elkander bij om de » laatste sporen van berouw of schaamte uit te wisschen. Op » de puinhoopen der ware eer ontstaat eene nieuwe soort van »eer, zamengesteld uit meineed en veinzerij, uit stoutheid » in het bedrijven van misdaden, uit onverschilligheid voor » de toekomst en vijandschap tegen de maatschappij. Het is » aldus dat deze rampzalige wezens, die door eene betere > behandeling tot deugd en geluk hadden kunnen teruggebragt worden, allengs den hoogstmogelijken trap van verharding bereiken, den zoogenaamden heldenmoed van het » misdrijf."

D

[ocr errors]

D

De oorzaken der bestaande kwaal en derzelver rampvolle gevolgen waren alzoo aangewezen; maar nu ook behoorde men op middelen van herstel bedacht te zijn. Het, in den jare 1772, door de Staten van Vlaanderen, te Gent, op voorlichting en aansporing van den Graaf VILAIN XIV, opgerigte Tuchthuis stond wel daar, als eene eerste proefneming van het poenitentiair of verbeteringstelsel, en de vermaarde HOWARD gaf, na het jaar 1776, aan deze Stichting allen lof; dan zij vond geene navolging op het vaste land van Europa, ja, verviel later, onder JOSEPH II, ten gevolge van verkeerde raadgevingen, van hare oorspronkelijke en weldadige bestemming, terwijl daarmede het stelsel zelf verloren scheen. Dit was echter geenszins het geval, en was het aan den godsdienstigen ijver der Vrienden of Quakers voorbehouden, de groote philantropische hervorming, door middel der Wetgeving, tot stand te brengen. Dit geschiedde in het laatst der vorige eeuw, en van dit tijdstip af aan hield Europa het oog op de Vereenigde Staten van Amerika gevestigd. (Bl. 28, 29.)

De eerste schrede leidde voorzeker nader tot het hoofddoel, maar hetzelve was te verre verwijderd, om al aanstonds bereikt te worden. Wel had men de doodstraf, vroeger zoo vaak aangewend, tot weinige misdrijven beperkt, en de dwangarbeid bestemd, om de vroeger gebruikelijke ligchaamsstraffen, als geeseling, brandmerk, verminking, kaak enz. te vervangen; maar het groote kwaad, uit het bijeenzijn van mindere overtreders met meer verharde misda

digers geboren, werd niet weggenomen, en de daarstelling van bepaalde klassen en cathegoriën onder de veroordeelden deed zich als een weinig vermogend hulpmiddel kennen, tegen den verderen voortgang van het bestaande kwaad. Jaren verliepen met onderzoeken, nadenken, wisselen van denkbeelden en proefnemingen, die echter geenszins aan de verwachting der ontwerpers beantwoordden, totdat eindelijk het Auburnsche stelsel, in Noord-Amerika en elders, de algemeene aandacht tot zich trok. Hetzelve wordt gekenmerkt door eene gestrenge tucht, bestaande in een verblijf, gedurende den nacht, in afzonderlijke cellen, en, bij dag, in gemeenschappelijken, gedwongen arbeid, onder verpligting van een volstrekt stilzwijgen, gehandhaafd door de toepassing van zweepslagen, bij de minste overtreding.

Door zulke gestrenge bepalingen werd echter de onderlinge verstandhouding der veroordeelden, door woord of teekenspraak, geenszins verhinderd; terwijl de oogenblikkelijke toepassing van ligchamelijke tuchtigingen wel verbittering maar geene verbetering te weeg bragt! De ondervinding leerde dit in menig voorbeeld, en de uitstekendste staatsmannen en philantropen, waaronder vooral EDW. LIVINGSTON, traden op als voorstanders van het stelsel van Pennsylvanie, sedert in Amerika en hier en daar in Europa gevolgd. Hetzelve onderscheidt zich van dat van Auburn : 1o. door de afgezonderde opsluiting der veroordeelden, gedurende den ganschen tijd hunner gevangenschap, in cellen, zoowel bij dag als bij nacht; 2o. door het afschaffen van ligchaamsstraffen; 3°. door Godsdienstig onderwijs en arbeid; 4o. door verbod van alle gesprek met iemand anders, dan met de Inspecteuren, bestuurders, geestelijken, onderwijzers, geneesheeren en wachters van het Strafgesticht. (Bl. 40, 41.)

Het lag wel in den aard der zaak, dat de beide, hier slechts in algemeene grondtrekken, geschetste stelsels, in het Land van derzelver geboorte, hare voorstanders en bestrijders zouden vinden, en het wekt wel geene verwondering, dat, ook in Europa, een aantal bevoegde stemmen zich vóór of tegen een derzelve verklaarden. De aandacht der Gouvernementen was natuurlijk op het onvoldoende der bestaande gevangenisstraffen en de ongeschiktheid der verschillende Strafgestichten gevestigd, en de noodzakelijkheid tot verbetering van het gebrekkige deed zich gedurig meer

en meer gevoelen. Schier overal hield men het oog op Amerika gevestigd; maar, terwijl men hier of daar tot een lijdelijk afwachten van nadere en afdoende resultaten besloot, sloeg men elders den weg in tot bepaalde plaatselijke onderzoekingen. Engeland besloot daartoe het eerst, en werd nader door Frankrijk en Pruisen gevolgd. Nederland vergenoegde zich voorshands met de invoering van een verbeterd administratief beheer; zonder zich bepaaldelijk voor een der mededingende stelsels te verklaren.

De getuigenissen van de Heeren CRAWFORD, JULIUS, BEAUMONT, TOCQUEVILLE en DEMETZ, waarbij wij nog dat van den edelen Spanjaard, RAMON DE LA SAGRA, Lid der Cortez, kunnen voegen, waren alle in het voordeel van het stelsel van Pennsylvanië, en het was ten gevolge hiervan dat Engeland, sedert eenige jaren, en Pruisen, nu onlangs, zich ten voordeele van genoemd stelsel verklaarden; in Frankrijk hield men het gewigtig onderwerp tot hiertoe nog in beraad. Geneve, met zijne geringere bevolking, helde over tot de zijde van Auburn; terwijl Frankfort a. d. m. aan Pennsylvanië de voorkeuze heeft geschonken.

In Zweden werd de noodzakelijkheid eener hervorming even als overal elders gevoeld, en de bestaande behoefte aan verbetering bewoog Prins OSCAR van Zweden, als naaste erfgenaam des troons, dit belangrijk onderwerp tot een voorwerp van naauwgezet onderzoek te stellen. Met hoe veel zorg en naauwkeurigheid de Doorluchtige Schrijver daarbij is te werk gegaan, hiervan kan schier elke bladzijde van dit geschrift de bewijzen opleveren. In Hoofdstuk I. handelt hij, in het algemeen, over de Straffen en derzelver bedoeling. H. II. behelst een overzigt, omtrent den Oorsprong en ontwikkeling van het verbeteringstelsel. H. III. bevat eene Vergelijking tusschen de Auburnsche en Philadelphische poenitentiair-stelsels. De volgende gezigtspunten worden daarbij behandeld: a. De bestraffende uitwerking der stelsels. b. Derzelver invloed op de zedelijke verbetering en de gezondheid der gevangenen. c. De mogelijkheid om op den duur de voorgeschrevene tucht te handhaven. d. De kosten van der gevangenen onderhoud, huisvesting en bewaking. e. Onderzoek: of het poenitentiair stelsel de mogelijkheid bevordert of belemmert, om, door aanwending van der gevangenen arbeidskrachten, het geheel of althans een gedeelte der uitgaven van den Staat te vergoeden. f. Over

weging van de gevolgen van het stelsel op des ontslagenen toekomstige stelling in de maatschappij. H. IV. handelt meer bepaald over de uitvoering van het poenitentiair stelsel in Zweden. Het geheel wordt met een' Terugblik op het voorgaande besloten, waarbij nog een drietal platen en eene begrooting van Onkosten zijn gevoegd.

De geschriften, die, in de laatste jaren, over Straffen. en Strafgestichten, zoo wel in de nieuwe wereld als in Europa het licht zagen, maken bereids eene gansche boekverzameling uit, alhoewel een aantal van dezelve, b. v. Rapporten van bijzondere Commissiën en staatsambtenaren niet in den boekhandel te verkrijgen zijn. De belangrijkste van dezelve zijn te beschouwen als werken van studie voor den Staatsman, den Wetgever, den Regter, den Regtsgeleerde, den Arts, den Philantroop, of, in één woord, van een ieder die, uit pligtsbesef of menschenliefde, tot gevangenissen en gevangenen in onmiddellijke betrekking staat of zich daarmede in betrekking gesteld heeft. Het groot publiek, intusschen, en zelfs het beschaafdste deel van hetzelve, wordt, door dien overvloed en uitgebreidheid van geschriften, over een, voorzeker niet uitlokkend, onderwerp van de lektuur en het onderzoek dezer boek verzameling afgeschrikt; en zijne traagheid tot onderzoek wordt weinig opgewekt door den polemischen inhoud en vorm van een groot aantal dezer geschriften, waarvan wij, veroorloofde onze plaatsruimte zulks, verschillende werken en brochures, van bevoegden en onbevoegden, als voorbeelden zouden kunnen bijbrengen.

Het is, uit dien hoofde, als zeer belangrijk te beschou wen, dat Prins OSCAR van Zweden den moeijelijken arbeid heeft ondernomen, om het voornaamste, hoofdzakelijkste en wetenswaardigste, hetwelk eene gansche boek verzameling over het onderhavig onderwerp bevat, in een werk van zoo gering een' omvang, beknopt en volledig tevens, immers wat de hoofdzaken betreft, te zamen te vatten; en de Heer en Mr. LIPMAN heeft eene verdienstelijke taak volbragt, door, Voor zijne Landgenooten, dit belangrijk geschrift in onze taal, naar het oorspronkelijke, over te brengen, en, hier en daar, met zijne opmerkingen en bijvoegselen inderdaad te verrijken.

Het beknopte en zaakrijke van dit geschrift strekke ten bewijze van de uitgebreidheid der kennis, die de Auteur zich, omtrent zijn onderwerp, heeft weten eigen te maken,

« PreviousContinue »